Daar loop je dan, met je kind(erwagen) door het Sprookjesbos. In de verte hoor je het gegil uit de Baron, Python, Vliegende Hollander of een vergelijkbare moordlustige achtbaan. Stiekem droom je van loopings, gedraai, gezwier en gezwaai.
Maar het gegil op de achtergrond wordt bruut verstoord door een pratende boom, stereotype prinsessen (blank en slank) en avonturen van een of andere Hans Worst en z’n Grietje. Je bent in een pretpark, maar het blijkt meer park dan pret voor een echte thrillseeker in het Sprookjesbos.
Het voelt als een hond die in het bos aan de riem moet blijven. Als een Ferrari in een 30-kilometerzone. Of als een Radler op de tap.
En zo heb ik uren, dagen, weken (zo voelde het, er kwam geen eind aan) geslenterd over slingerpaden langs Langnekken, reuzen en dwergen. Met mijn ziel onder mijn ene arm en mijn dochter onder mijn andere. Terwijl ik hoopte dat ik ooit nog eens in een achtbaan zou kunnen stappen.
Misschien als ze 18 is en op kamers gaat.
Maar toen kwam de ‘studieweek’. Ja, zo noemen ze bij ons een willekeurige tussendoor geplempte week vakantie voor de kinderen waarbij de ouders maar mogen uitzoeken hoe ze het regelen. We besloten een dagje Bobbejaanland te doen.
Ik kende het niet, maar het park had geen Sprookjesbos dus ik was voor. Het kon alleen maar meevallen, ondanks de bootjes, draaimolens, hobbelpaarden en reuzenraderen die ik op internet zag. Ja, voorpret is de leukste pret, beter nog dan pretpark parkpret.
Bij aankomst was de eerste attractie de zweefmolen. Dat is alvast beter dan de Dansende Schoentjes uit het Sprookjesbos, was mijn eerste gedachte. 35 rondjes zweven later was mijn tweede gedachte ‘help, ik ben duizelig, ik wil eruit’. Maar dat zal ik nooit hardop zeggen of schrijven. Het gaat me niet gebeuren dat de kinderen stoerder zijn dan ik.
Om mijn mannelijkheid eer aan te doen vertrokken we achtereenvolgens naar water- en achtbanen met even exotische als onheilspellende namen als Oki Doki, Speedy Bob, Bob Express (Bob doet goeie zaken), Wildwaterbaan (originaliteit troef), El Rio, The Dreamcatcher, Terra Magma en Revolution.
Wat schetst mijn verbazing? Twee lachende kinderen die nóg een keer willen, terwijl ik met knikkende knieën en bibberende benen naar de uitgang strompel in een poging de maaginhoud de maaginhoud te laten. Maar mij krijgen ze niet klein. Dus toog ik alleen naar de achtbaan aller achtbanen gegaan: Naga Bay.
Met rechte rug, borst vooruit en kin omhoog stapte ik in. Alleen, als een ware achtbaan-nerd. Op volle snelheid door de bochten, over de kop. De G-krachten hebben mijn organen dusdanig verplaatst dat ik 7 dagen later nog steeds misselijk ben.
Dat zal ik nooit toegeven. Dus volgend jaar ga ik gewoon wéér op volle snelheid.
…door het Sprookjesbos.