Volgend jaar april ren (of loop, misschien meer) ik de marathon. Dat vooruitzicht levert mij de nodige druk op. Inmiddels is ook de inschrijfbevestiging binnen en die heeft een godsvermogen gekost – wat de druk nog eens extra verhoogt. Mentaal, maar ook fysiek….
Ik wil de marathon natuurlijk op eigen kracht uitlopen, en niet op die van een rolstoel of de metro. Daarom ben ik van de goede voorbereiding, want een goed begin is het halve werk. Aangezien een hardloopschema maken het goede begin is, heb ik het halve werk al gedaan en hoef ik dus maar de helft van het schema uit te voeren. Logica waar geen speld tussen te krijgen is.
Zo’n hardloopschema betekent wel dat ik drie keer in de week moet trainen. Nee, zou moeten trainen, want regelmatig sla ik de intervaltraining over. Daar word ik namelijk moe van. Dat verhoogt wel de druk om in het weekend te gaan rennen.
Met tegenzin en een stapel excuses besloot ik zaterdag niets te doen, maar de mentale druk bleef. En zo stond ik op zondagochtend met mijn ziel onder mijn ene arm en mijn hardloopschoenen onder mijn andere arm op de stoep. Tsjah, die druk hè.
Nu ben ik al geen ochtendloper, maar wat de druk nog extra verhoogde, was het feit dat mijn vriendin die zaterdag heerlijk Indisch had gekookt. Fysieke druk, welteverstaan. Er zat namelijk veel liefde in het eten, maar ook veel pepers. En heet eten, dat werkt op mijn spijsvertering.
En zo liep ik op zondagochtend door de wijk. Met de mentale druk van mijn hardloopschema, maar ook de fysieke druk van mijn darmen. Nu heb ik de indruk dat ik het beste presteer onder druk, maar niet per se díe druk.
Na vijf minuten hardlopen kreeg ik het nare onderbuikgevoel “hmm, darmen”, gevolgd door nog 20 minuten met samengeknepen billen het onvermijdelijke rekken. Ik sleepte me via de kortste route naar huis terwijl ik (kring)spieren aan het trainen was die ik voor de marathon niet hoef te trainen.
Na een 25 minuten dacht ik “schijt (letterlijk en figuurlijk), dinsdag weer een kans”. Daarmee eindige eindigde mijn 70 minuten ‘langzame lange duurloop’ (hardlopersjargon voor ‘lekker rustig aan’) na 25 minuten thuis op het toilet.
Tot plezier van de rest van het gezin en mijn hardloopmaat. Nou ja, we trainen allebei voor de marathon, maar op hemelsbreed 40 kilometer afstand. Heb je dan een LAT-hardlooprelatie?
Maar als ik nu na 5 minuten al de (verkeerde, fysieke) druk voel, hoe moet dat dan bij een marathon van 42 kilometer? Wetend dat je tijdens zo’n marathon ook nog allemaal (schijnbaar) laxerende gelletjes naar binnen zuigt?
Ik ga ervan uit dat ik niet vooraan in het eerste startvak begin, dus de Dixies langs het parcours hebben ongetwijfeld de Marktplaats-status ‘gebruikt’ tegen de tijd dat ik er voorbij zwoeg. Een weinig geruststellende gedachte, die de druk om te presteren nog maar eens wat extra verhoogt.
Och, de marathon-druk, ik heb het er maar druk mee…
We noemen dit ‘failing forward’, Mike 🥲