Een volledige IKEA-keuken in elkaar schroeven? Nema problema! Een asbestwand slopen? Geen probleem, ik heb toch niet door dat het asbest is. Een kuil graven in de tuin of op het strand? Noem mij maar ‘De Duitser’!
Maar een lekke band plakken? Schiet mij maar lek… Ik heb daar echt ik een broertje dood aan. Een schurft- én pleurishekel. Tegelijk.
Sterker nog: de angst voor lekke banden weerhoudt mij ervan om fietsend op wereldreis te gaan. Bah. Je zal maar midden in de rimboe of een grote zandbak staan te hannesen met je bandenplaksetje. Bah.
Maar in ons platte Nederland ontkom ik er niet aan. Zeker niet als duurzame ondernemer met een groen hart.
En zo gebeurde het dus dat ik met een lekke band bij mijn kantoor stond. Ongetwijfeld terechte karma voor iets waarin ik heb gefaald, maar ^&@#verdomme. En mijn antipathie tegen banden plakken was voor mij genoeg reden om de fiets drie weken in weer, wind en regen te laten staan in het fietsenrek.
Want de fiets aan de hand naar huis brengen terwijl je de bagagedrager optilt, dat doe je niet. Nee, dan liever drie weken lang lopen naar je werk. Mij krijgen ze niet!
Tot dat het moment komt dat óf ik de fiets mee moest nemen, óf dat de gemeente het zou doen. Tenminste, dat zei de gele waarschuwingssticker op mijn fiets. En ik gun betaal de gemeente veel, met lichte tegenzin weliswaar, zoals belastingen, maar ik gun ze niet mijn fiets. Zelfs niet met lekke band.
Maar de fiets wegbrengen naar de fietsenmaker op 50 meter van mijn bureau? Dat is mijn eer te na. Ik kan dat zelf oplossen, ik ben immers een MAN. Nou ja, misschien niet echt man-man, niet de alfa-gorilla op de apenrots, maar biologisch gezien kan ik mijn man-zijn toch niet ontkennen.
En als man een godsvermogen betalen voor een klus die zij in 5 minuten fiksen, daar kan ik me niet overheen zetten. Voor geen goud, en dus ook niet voor 20,36 euro (ja, dat is een godsvermogen).
Ik doe het nog liever zelf, met twee linker werkhanden. Bij wijze van dan.
En zo eindige de fiets alsnog thuis, in de woonkamer, op z’n kop. Klaar om te plakken, met chagrijn, gevloek, bandenspanners, schuurpapier, lijm en plakkers. Maar na een uur bloed, zweet, tranen en vieze handen was ‘ie geplakt. Mijn mannelijk ego was weer gestreeld.
Althans, op papier.
Want een week later, klaar om weer eens een fiets te pakken: lekke band.
Zucht.
En zo stond twee uur later alsnog mijn fiets met platte band bij de fietsenmaker. Om voor €20,36 geplakt te worden. Op 50 meter van mijn bureau. Ja, ik heb mijn fiets uiteindelijk dus naar-huis-en-weer-terug gesjouwd met een lekke band.
Ik heb er in ieder geval gevoelsmatige spierballen van gekregen. En da’s ook mannelijk, al zeg ik ’t zelf. En als niemand anders het zegt, dan zeg ik het dus zelf maar.