We wonen in een jaren ’30-huis. Niet per se zo’n huis met volgens makelaars ‘authentieke details’ als glas-in-lood-ramen en suite-deuren en nisjes. Maar wel eentje met de ‘authentieke gebreken’ als matige isolatie, scheuren in de gevel en rottende kozijnen.
In de 6 jaar dat de Vriendin en ik er wonen hebben we al minstens zo veel keren last gehad van dakpannen die niet doen waar ze voor zijn neergelegd: blijven liggen. Bij de minste of geringste storm waaien (steevast dezelfde) pannen los.
Als er dan drie bazen van stormen langs komen met gangsternamen als Dudley, Eunice en Franklin, dan kun je wachten op gezeik – letterlijk en figuurlijk. En dat wachten, dat is dus precies wat we deden, want tegen stormen in gaan heeft geen zin. Zo’n storm blaast simpelweg harder dan ik (hebben) kan.
Nou zijn verschoven dakpannen vervelend, maar vooral de combinatie met regen maakt het naar. En zo hadden wij voor de zoveelste keer lekkage, en niet een beetje. Strepen water langs de muren, druppels – nee, stroompjes door het plafond, een laag water onder de laminaatvloer en een volgezogen bed.
Terwijl ik bij mijn weten nooit een waterbed heb besteld.
Afijn, in een poging mijn mannelijkheid eer aan te doen maar ook om de lekkage te stoppen, opperde ik om zelf de dakgoot in de klimmen. Dat is bij ons toch zeker 7 meter hoog. Jammer genoeg bood mijn ’13-delige gereedschapsset’ speciaal voor dubbellinkshandigen geen uitkomst. Een ladder van 9 meter lang paste blijkbaar niet in het plastic bakje met schroeventangen en nijpdraaiers.
Overigens zouden ook de hardnekkige Eunice en Franklin mij weerhouden van de kamikaze-actie. Het leven is risico’s nemen, maar het liefst wel vanachter een beeldscherm met een kop koffie en niet met windkracht 8 op 7 meter boven de grond. Stoeptegels geven niet mee.
Daarom deed ik toch maar een beroep op mij woon- en inboedelverzekering, net als de rest van het land. En dan blijken mensen zónder dak voorrang te krijgen op woningeigenaren van jaren ’30-woningen. Begrijpelijk, maar op dat moment vond ik dat er bij mij nog íets te redden viel en ik in die zin ook best voor had gemogen.
De verzekeraar dacht er anders over, want ik stond op de zwarte lijst en werd keihard genegeerd. Of in de telefooncentrale ging het dak er ook af (door de wind, ja). Óf ze hadden het gewoon te druk om mij te woord te staan.
Ik ga niet speculeren over het antwoord.
Lang verhaal kort: in plaats van wat nachtrust zijn de Vriendin en ik in de weer geweest met handdoeken en emmers die maar niet vol raakten. Ze bleken lek, in tegenstelling tot de vloer eronder dus. Twee dagen, twaalf handdoeken en veel schade rijker is de storm gaan liggen, ook in huis.
Ja, wonen in een jaren ’30 woning. Inclusief ‘authentieke details’ als vochtvlekken, scheuren en gaten in het gipsplafond en kromgetrokken vloeren. Heerlijk!