Sinds de lekkage thuis was mijn werkplek – feitelijk niet meer dan een zit-stabureau van de IKEA in de hoek van de slaapkamer – onwerkbaar geworden. Kromgetrokken laminaatrepen op het bureau, vocht in de bureaustoel en een muffe schimmelgeur maken het ARBO-onwaardig kantoor.
Daarom zocht ik mijn heil in de lokale bibliotheek, wat gelukkig wel een prachtige (en droge) plek is. Zeker voor een tekstschrijver, met kilometers boeken om je heen. Als werkplek is het echter weinig ergonomisch. Zeker voor een tekstschrijver, die beperkt is tot voorovergebogen en in elkaar gezakt staren naar de letters op een beeldscherm.
Net op het moment dat de ongezonde werkhouding zijn tol begon te eisen (schouderpijn, een droge mond en rammelende maag), kwam ik een oud-collega tegen. “Heb jij geen zin om mee te spelen in een nieuwe film?”
Omdat ik voor mijzelf wel een carrière zie weggelegd op de rode loper en ik altijd al eens in de aftiteling van een Oscar-waardige (of beter nog: Oscar-winnende) film heb willen staan, was mijn antwoord snel gegeven.
Bovendien, een nieuwe opdracht zonder dat ik iets aan acquisitie heb gedaan, wat wil ik nog meer? Naast koffie en een gevulde koek, want die klachten waren nog niet verholpen.
Bereid om als steracteur de heldenrol op me te nemen en de andere sterren (waarschijnlijk B-acteurs) van het doek te spelen, liep ik mee met de cameraman, die tevens geluidsman, regisseur en opnameleider was.
“Michael, als jij nu daar gaat zitten, geïnteresseerd kijkt en af-en-toe wat opschrijft, dan film ik over jouw schouder Noek terwijl zij een gesprek leidt.”
In die zin zaten naar mijn mening iets te veel elementen die de indruk wekten dat mijn rol vrij beperkt was. Reden genoeg om even om verduidelijking te vragen.
“Nee, je mag ons echt helpen als figurant. We nemen ook alleen beelden op, de tekst wordt een voice over. Het maakt dus niet uit waar jullie over praten.”
In drie zinnen van een heldenrol naar figurant, met slap geouwehoer in plaats van vlijmscherpe teksten (ik heb nog aangeboden die dan maar zelf te schrijven – tevergeefs). Desillusie maakte zich meester over mij.
Het werd uiteindelijk dus vooral zagen over carnaval, de Hello Fresh-menu’s en boodschappenlijstjes, met een bescheiden bijrol voor de achterkant van mijn schouder.
In plaats van de sterren van het doek spelen, mocht ik figuur(ant)zagen.
Nee, dan toch liever ongezond tekstschrijven.