Echte mannen hebben werkhanden. En ja, ook ik blijk een échte man – ondanks al mijn feminiene gamma-trekjes. Want ik heb werkhanden.
Van die werkhanden met dikke eeltlagen.
Handen die ruw zijn geworden van de noeste arbeid.
Handen die zwart zien van stof, olie, vet en smeer.
Handen met snijwonden en opgedroogd bloed.
Handen met zwarte randen vuil onder de nagels.
Handen zonder vingertopjes.
Handen vol schilfers.
Werkhanden die je alleen nog schoon krijgt met boter, die je in laat trekken en daarna wast met zeep. Of met koffiedik en afwasmiddel.
(Wist je niet hè? Ik ook niet)
Of met crème voor werkhanden van de Kruidvat. Maar dat vind ik niet voor échte mannen. Die
(Wist je ook niet hè? Ik ook niet)
Ja, ik heb de ketting weer om de fiets gelegd. Tijd voor bier en Chinees Indisch Specialiteitenrestaurant Ho Ho. Waar je je eten krijgt in een sinaasappeldoos van de Albert Heijn. Eten voor de hele straat – en je eet het allemaal alleen op. Want dat doe je na een dag (oké, 10 minuten) hard werken.
Werkhanden moeten toch ook onderhouden worden. Zeker na noeste arbeid met een fietsketting.
Oh ja, ik heb ook een keer een fietsband geplakt. Die daarna toch nog lek bleek.